Overslaan en naar de inhoud gaan
Our testimonials

“Tijd is bullshit” - Loïc Van Impe

“Het davos van de vleesindustrie”. Zo werd onze Belgian Pork Academy genoemd na de editie in 2019. Het is onze manier om de sector onder de aandacht te brengen en een forum te geven aan nieuwe vraagstukken, ideeën en inzichten. Dit jaar staat generatie Y centraal.

Dat voeding ‘goed’ moet zijn, weten we allemaal. Maar hoe ziet ‘generation Y’ voeding als ‘goed’?

Wat ‘goed’ is, heeft eigenlijk vier criteria gekregen: taste good - is good - be good - do good
Taste good? Vanzelfsprekend.
Is good? Authenticiteit en kwaliteit staan centraal.
Be good? Millenials snakken in feite naar gezonde snacks.
Do good? En liefst nog iets dat ook duurzaam is.

2020 strooide geen roet door onze Academy. We luisterden naar de verschillende standpunten, zij het op een andere, veilige manier.
Het alternatief voor de jaarlijkse Belgian Pork Group werd in boekvorm gegoten. Storyteller Tom Delmotte ging langs bij onze voorziene gastsprekers om hun inzichten te bundelen. Tijdens deze vijfde editie maken we kennis met de standpunten, ideeën en expertise van Jos Claeys (CEO Belgianporkgroup), Conner Rousseau (voorzitter SP.A), Ann Meulemans (voedingsexperte KU Leuven), Loic Van Impe (TV-kok), Liesbeth Vermeulen (gedreven hoofd slachthuis Westvlees), Sandrijn Vanhee (gepassioneerd varkenshouder) en Joran en Jarne Delbaere (trotse ambachtelijke slagers).

Hieronder maakt u kennis met de inzichten van Loïc Van Impe.

 

Conversatie bij het begin van het interview:

Loïc: “Kom binnen, ik heb net gegeten.”

Interviewer: “Dat weet ik, ik heb het gezien op Instagram.”

TV-kok Loïc Van Impe ademt social media. Constant schuimt hij het internet af om letterlijk en figuurlijk gevoed te worden. Maar hij post ook zonder aarzelen zijn eigen creaties op het wereldwijde web. Zo volgen intussen meer dan 33.000 mensen zijn doen en laten op Instagram.

“Voor mij is dat evident, dit is mijn wereld. Het heeft misschien te maken met mijn vooropleiding. Ik haalde mijn diploma als monteur aan het RITCS en draaide lange tijd mee in het productiehuis dat het kookprogramma van Sofie Dumont in elkaar bokste. In een kalme periode lanceerde ik met een vriend-cameraman #kotfood en #blokfood waarin we eenvoudige, goedkope, snelle en vooral lekkere gerechten klaar maakten voor studenten.
De filmpjes ontploften op Facebook. Ik was vertrokken…”

Jonge mensen inspireren, dat doet hij graag.
Nochtans zouden jongeren geen tijd meer hebben om te koken?
“Tijd is bullshit. Je moet je elke dag wassen en elke dag moet je eten. Als je lekker wil eten, dan moet je er gewoon iets voor willen doen. Als je alleen eet wat je nodig hebt en er nooit tijd zou voor nemen, dan zouden we maar in een grijze emotieloze maatschappij leven.
En daar pas ik voor. Ik merk ook wel dat bepaalde mensen van mijn generatie luier en luier worden als het over eten gaat. Dat er, meer dan ooit, veel bereid vlees geconsumeerd wordt. Maar ik zie ook wel veel leeftijdsgenoten die er wel veel tijd en energie aan besteden.“Zij stellen zich wel kritische vragen en dat is maar goed ook.

Zo kan ik mij blauw ergeren aan het feit dat veel mensen zich geen vragen stellen als plofkippen voor 1/8ste van de prijs van een kwaliteitskip in de winkelrekken liggen. Dat is toch niet normaal? Net zoals het er bij mij niet in gaat dat je maar 79 eurocent betaalt voor een industrieel, ongezond pak melkbrood en 1 euro voor een lekkere appel. Hoe willen we dan dat iedereen gezond eet?”

Lekker, gezond en betaalbaar eten, het is dan ook een gedeelde verantwoordelijkheid, vindt Loïc. “Het onderwijs heeft zeker een rol te spelen in de kennis over wat we achter onze kiezen stoppen. Een tijd geleden bleken in de States kinderen niet te weten dat een friet van McDo afkomstig is van een aardappel. Ontstellend, toch? Ik weet het, het is Amerika, maar ik stel wel vast dat onze kennis achteruit gaat. Maar ook retailers hebben hun verantwoordelijkheid. Ook zij moeten consumenten bewust maken en sensibiliseren. Daarom juich ik initiatieven zoals inzetten op nutriscores of meer aandacht voor bio toe.

Het zijn kleine, maar belangrijke stappen in de goede richting.”

Zelf hecht Loïc veel belang aan zijn ecologische voetafdruk.

“We eten de laatste tijd meer en meer vegetarisch en letten zoveel mogelijk op hoe producten gekweekt worden. Dat merk ik ook bij mijn vrienden die niets meer willen eten dat te machinaal geproduceerd is. Dat we nu minder vlees eten, betekent niet dat ik tegen vlees zou zijn, integendeel. Alleen probeer ik erop te letten wat ik eet. Zo vind ik dat we allemaal veel te jonge dieren eten. Al ons vlees moet roze zijn. Is dat wel nodig? Een vriend van me kweekt mangalica-varkens die hij twee jaar buiten laat lopen. Resultaat? Mooi donker vlees dat heel intens smaakt.”

Naast aandacht voor de herkomst en de manier waarop ons eten gekweekt wordt, heeft Loïc nog een andere bekommernis.
“Ik heb de indruk dat we veel te veel van ons vlees laten verloren gaan. Ik probeer er zo veel mogelijk voor te opteren om ook eens andere delen te bereiden. Laat ons niet alleen voor de traditionele filet pur, varkenshaasjes of koteletten gaan, maar ook voor onglettes, bavettes of spiering. Er zijn zoveel onbekende vleessoorten waar je veel kan mee doen, maar die we nog niet ontdekt hebben. Ik heb een zestal maanden in Japan geleefd en zie dat ze daar veel meer alles benutten van een beest. Door bijvoorbeeld heerlijke klassieke Tonkotsu te maken, soep van varkensbotten.”

“Vroeger hadden we hier toch ook een traditie om meer met ons zogenaamd vleesafval te doen? Ik herinner me dat mijn grootmoeder vroeger zelf haar pensen maakte. Of paté? Eigenlijk kan elke hobbykok dat toch thuis zelf maken? Alleen moeten we vaak gestimuleerd worden om die stap te zetten. Ik kan in mijn kookprogramma’s mensen misschien wel andere vleessoorten leren kennen, maar dan moet het aanbod er ook wel zijn, natuurlijk. Misschien moeten supermarkten ook eens aan ongekende stukken vlees denken om in de rekken te leggen, net zoals ze dat een tijd geleden ook al deden met verloren groenten?”

Stof tot nadenken…

 

Drie stellingen voor Loïc Van Impe:

1. ‘Millennials liggen niet wakker van kookprogramma’s’

“Lineaire kookprogramma’s die gewoon op TV worden uitgezonden, zijn inderdaad passé voor mijn generatie. Maar voor oudere leeftijdsklassen is er wel nog een markt. Zo zien we mijn kookprogramma in Wallonië heel sterk boomen op dit ogenblik. Maar naast traditionele kookprogramma’s is er ook nog zoiets als culinair entertainment. Dat speelt zich voornamelijk op het internet af. Daar ligt dus de toekomst voor onze generatie…”

2. ‘Alles moet selfiewaardig zijn’

“Uiteraard wordt alles steeds visueler, dat moeten we niet ontkennen.
Maar ik zal nooit een van de basisregels vergeten die ik aan het RITCS leerde: vorm is inderdaad belangrijk, maar inhoud en verhaal blijven steeds primordiaal. En ik merk dat velen op zoek zijn naar authenticiteit. Mensen willen oprechte verhalen. Verlies daarom nooit je eigenheid. Wees niet fake. Van zodra mensen voelen dat je zomaar mee surft op een hype, haken ze gewoon af. Zo is mijn generatie wel: ze doet haar ding en you love it or you hate it…”

3. ‘We moeten fastfood tegengaan’

“Niet akkoord. Fastfood zal er altijd zijn. Alleen moeten we kijken hoe we het anders kunnen invullen. Wees eerlijk, fastfood eet je vooral voor de smaak en de vettigheid. Daar moet je niet willen tegen vechten. Maar misschien moeten we wel kijken of er geen alternatieven zijn voor mensen die wel een beetje wakker liggen van de impact op het milieu. Nu al hebben ze in de States problemen om granen te kweken om ze aan dieren te geven die dan in fastfood verwerkt worden. Dat moet wel anders kunnen. Misschien moeten we aan fastfood geen vlees verspillen en dat gewoon voorbehouden voor mensen die heel bewust voor kwaliteit gaan…”